20 JUNI 2006 - ERMELO/DRIE - Wie bij het 'Solse Gat' in het Speulderbos rondfietst kan het niet ontgaan. Een enorme duizendpoot, uitgehouwen in de stam van een gekapte boom. Het kunstwerk is van de hand van Harry Leurink (45 jaar). Vijftien bomen worden versierd met insecten, waaronder ook het Vliegend hert. Volgend jaar staat het grootste project van de houtsnijkunstenaar op het programma: een bidsprinkhaan. Harry Leurink: ‘Het gaat altijd over herten en wilde zwijnen, maar de duizendpoot en mestkever zijn zeker zo belangrijk voor de gezondheid van het bos’. Foto RUBEN SCHIPPER Op zijn gemak zit Harry Leurink aan een tafeltje in een keet van Staatsbosbeheer. Met aan zijn voeten de vierjarige herder Bella verhaalt hij over het herscheppen van dode bomen in kunstwerken. Allemaal in de vorm van insecten.
‘Dieren die normaal gesproken weinig aandacht krijgen. Altijd gaat het over herten en wilde zwijnen, maar de duizendpoot en mestkever zijn zeker zo belangrijk voor de gezondheid van het bos’.
Op een bijzondere manier is het balletje voor dit project gaan rollen. Nadat Leurink, nu wonend in Arnhem, de kunstacademie had afgerond, werkte hij aansluitend twaalf jaar als professioneel muzikant. Toen hij die hectiek zat werd, wilde hij iets heel anders en ging tien jaar geleden als bosarbeider bij Vereniging Natuurmonumenten aan het werk. Als dank voor een schenking van een familie aan de vereniging, maakte Leurink toen een bankje, gesneden in de vorm van een libel. Daarna stroomden de opdrachten binnen, tot hij er een full time job aan had. Inmiddels kan men het vak ook bij hem leren. ‘Leerlingen helpen mij met mijn werk en leren dan tegelijkertijd het vak’.
Het project in het Speulderbos is een opdracht van SBB en de kunstenaar wordt hierbij geholpen door zijn assistent Theo Flonk.
Leurink vertelt dat eikenhout het meest geschikt is. ‘Dat is duurzaam, stugger en harder. Maar ja, dit is een beukenbos’, vervolgt hij lachend. Bomen die gebruikt worden voor het project worden aangegeven door SBB. Ze zijn dood of een gevaar voor voorbijgangers. Vijftien bomen worden uiteindelijk met een insect versierd en maken in de komende jaren deel uit van een fietsroute. Behalve de duizendpoot wordt deze zomer ook een vliegend hert en een mestkever uitgehouwen. Samen met de boswachters overlegt Leurink hoe de top eruit gezaagd moet worden. ‘Anders wordt het bovenste gedeelte te zwak waardoor de kans bestaat dat die eruit breekt'.
Rotte plekken
In eerste instantie markeert Leurink de boom. Dan komt er een motorzaag aan te pas voor de grovere stukken. Finesses worden aangebracht met een haakse slijper. De tekening van het insect heeft de kunstenaar in zijn hoofd geprent. Maar ter plekke krijgt hij te maken met zaken als rotte plekken en zwammen. ‘Vooral zwammen zijn erg moeilijk omdat ze zo taai zijn. Dus we moeten improviseren en aanpassen.'
En groots daar houdt de beeldhouwer van. Zijn droom is ooit nog eens grote reliëf mozaïeken op blinde gevels van gebouwen te maken.
Maar ook het kleine 'prutserige werk' zoals hij dat noemt, schuwt hij niet. Zo maakt hij ook gespen van hout voor een mode ontwerpster.
Een andere passie van hem ligt in het maken van grafmonumenten.
‘Dat doe ik soms samen met de nabestaande. Die denkt mee en helpt zelfs mee om de nagedachtenis aan een dierbare te realiseren’, aldus de man die van kinds af aan al gefascineerd is geweest van beeldende kunst.
Meer info: